Lopen was het thema bij het laatste verhaal over Meike. Daar is nu al geen sprake meer van … het is dreumesrennen geworden en dansen en wiegen met de heupen en af en toe proberen te springen, loopwagentje op loopwagentje af, loopfietsje op loopfietsje af. Ofwel, druk druk druk druk. Gelukkig weet Meike nog wel een paar plekjes in haar agenda te reserveren om rustig aan tafel te ontbijten, lunchen, en avondeten.
Langzaam komt de geboorte van (wat wij al lang wisten) broertje Bas dichterbij. We hebben besloten om Meike te laten verhuizen naar de grotere hoekkamer. Dat was eerst was- en studeerkamer (lees rommelhok) dus er was wat kluswerk te doen voor papa. Halverwege november was ‘t zover en hebben we samen de verhuizing gedaan. Meike hielp fijn mee met knuffeltjes dragen en weer in bed gooien en eigenlijk was de wisseling van kamer geen enkel probleem. Ze heeft er geen traan om gelaten en en geen nacht minder om geslapen.
Op het kinderdagverblijf gaat het ook nog steeds heel goed. Vanaf dat Bas (medio april) er ook naar toe gaat, blijft Meike eigenlijk nog maar dik 2 maanden bij hem op dezelfde groep. Daarna is het tijd om door te stromen naar de peutergroep. Bijna ongelofelijk, maar als je ‘t verschil met Bas ziet op één van de foto’s op zijn site, dan is toch duidelijk dat Meike echt geen baby meer is en eigenlijk ook zo’n beetje klaar is om peutertje te worden. Af en toe bij het brengen toont ze al interesse in de groep waar ze naar toe gaat en pas mocht ze al (vanwege een onverwacht kindjesoverschot op haar eigen groep) even als groepsoudste naar die volgende groep toe om daar een uurtje te spelen. Ging prima! Wel spannend of ze straks haar vaste vriendinnetje Lily gaat missen; die is twee maanden jonger en moet dus iets langer op de babygroep blijven. ‘t Zijn echte meiden: ze kunnen goed op elkaar katten, maar elke ochtend en middag wel lief afscheid nemen met knuffeltjes en kusjes. Ze zijn ook allebei (met een dikke week verschil) grote zus geworden, dus dat schept ook een band.
Het was soms wel even wennen, dat grote zus zijn, vooral toen na een weekje of twee bleek dat (zoals Peter L ‘t formuleerde) we ‘m niet weg deden. Papa delen dat was toen toch een puntje dat moeilijk lag. Meike was in de laatste maanden van de zwangerschap gewend geraakt aan bijna exclusieve aandacht van papa, omdat mama zo veel last van haar rug en bekken had. Die aandacht delen is lastig, dus op ‘t moment dat papa Bas niet vast of niks om handen had, dan gingen Meike’s armen omhoog en was ‘t krijsen als ik haar niet op pakte. Kostte een weekje of twee, maar toen was ze er wel zo’n beetje doorheen; op moeilijke momentjes zoals vermoeid zijn, is ‘t soms nog wel moeilijk te relativeren.
Ze verstaat ook heel goed wat we willen en wat we van haar vragen en meehelpen in het huishouden is een prachtige bezigheid voor haar. Natuurlijk kom je dan ook op het punt dat je gaat uitleggen wat wel en niet mag en wordt daar soms al een beetje tegendraads lekker tegen in gegaan. We krijgen vaak al een goed-maak-kusje als we haar moeten berispen als ze stout is. Praten is echter nog niet helemaal haar ding. Ze vertelt wel hele verhalen waaruit wij best goed bepaalde klanken kunnen destileren, maar er zijn ook kinderen in onze omgeving die al beter woordjes uitspreken dan Meike. Fientje (en alle andere poezen) zijn “auw” of “iauw”; “uit” en soms een beetje “oet” is voor lampjes uit (en aan), van de bank of uit haar stoeltje. “Tutta” is haar fopspeen, “toetoe” is een auto of iets anders dat rijdt en “toeta” is haar favoriet deel van het avondeten. “Ooh” of “Oeh” is als er iets bijzonders gebeurt en “poej” is een variant op papa’s “boink” als er iets op de grond gaat (al dan niet per ongeluk). “Ohoh” is natuurlijk ook niet van de lucht en met “jah” en “näh” kan ze al goed aangeven wat ze wel of niet wil en vertellen of wij hetgeen pakken dat ze aanwijst.
Klik op één van de kleine fotootjes om ze te vergroten. In het volgende scherm kun je dan de andere foto’s bekijken door op de pijltjes links en rechts van de foto te klikken.